maandag 3 juli 2017

The Rockies rock!


Vancouver Island (hier alle foto's)
Van Seattle ging het richting Tsawassen, waar we de volgende morgen de ferry namen naar Duke Point op Vancouver Island. Onze camper had ondertussen een upgrade gekregen, het is te zeggen, een maat groter. En of dat een verschil was! Achteraan was er een bed bijgekomen, zodat we niet meer vooraan onder het dak moesten slapen, de douche, frigo en fornuis waren veel groter, een generator zat erbij en ga zo maar door. Het parkeren daarentegen werd een pak moeilijker, want we pasten niet meer op een normale parkeerplaats. Gelukkig pasten we wel nog in de BC Ferrie.



We zijn eerst naar Victoria gereden, de hoofdstad van British-Colombia en vernoemd naar koningin Victoria van VK.


Je hebt er een leuk haventje met huisjes op het water en er is ook een watervliegtuighaventje. Dit blijkt rond het eiland namelijk een gegeerd transportmiddel te zijn.








Daarna ging het richting Tofino, waar we afgesproken hadden met Nelly, een meisje waarmee we samen op de liveaboard zaten meer dan 2 jaar geleden naar de Sinaman Islands in Thailand. Ze woont in Jasper en werkt voor de nationale parken. We hebben onze geplande route overlopen waarbij ze ons nog wat extra tips heeft gegeven. Thanks Nelly! Tofino trekt veel surfers aan en heeft een mooie omgeving.







In Ucluelet hebben we een wandeling gemaakt vanaf de vuurtoren.





Net voor Campbell river waren we even gestopt om onze benen te strekken op het strand, waarbij ik plots een witkopzeearend zag zitten op een paal. Geweldig beest en zeker een van onze favoriete vogels. Zeker sinds er ene naar het kapsel van onze vriend Trump is gevlogen!



In Campbell river hebben we een daguitstap gemaakt, op zoek naar wildleven. Je vaart met een snelle zodiac door de fjorden, op zoek naar walvissen, orca's, zeearenden, beren, zeeleeuwen en degelijke. Orca's hebben we helaas niet gezien, maar al de rest wel.









Ondanks de grotere camper probeerden we nog elke nacht een mooie plek te vinden om te overnachten, zonder te betalen voor een camping. Deze plek was toch wel de mooiste die we op het eiland hebben gevonden. De zeeleeuwen zwommen er voorbij en in je bed kan je ze horen roepen.


Vancouver naar Golden (hier alle foto's)
Er zijn verschillende routes om richting de Rockies te reizen. Wij hebben voor de minder vanzelfsprekende route gekozen via Osoyoos en Nelson. Onderweg hebben we onze eerste zwarte beer van dichtbij gezien. Er waren werken aan de weg en de signaalgeefster wist ons te vertellen dat er een beer in de struiken zat. Wij ons huis snel langs de weg geparkeerd en richting beer. Dat was wel spannend want we zagen hem niet zitten maar de dame moedigde ons aan om verder te gaan. Maar de beer had meer schrik van ons dan andersom en stak de weg over. Stef ging er achteraan, iets wat je zeker niet moet doen, maar hij was niet te houden. De beer was vers gras aan het eten en hield ons nauwgezet in de gaten of we niet te dichtbij kwamen. Een schoonheidswedstrijd zal hij niet winnen want hij had een heel scheef bakkes. Precies in een val gezeten of zwaar gevochten, wie zal het zeggen.



Osoyoos, vlak tegen de grens van de VS, ligt in een droog, woestijnachtig gebied met veel wijngaarden en is een van de belangrijkste fruitteeltgebieden van Canada. Wij gingen er langs om het 'spotted lake' te spotten. Het meer is rijk aan allerlei mineralen als magnesium, calcium en natrium. In de zomer verdampt het water en blijven de mineralen achter in de vorm van poelen. Elke poel (of ‘vlek’) heeft een eigen kleur, afhankelijk van de soort mineralen en de concentratie ervan. Helaas was het nog geen zomer en stond er veel water in, zodat van onderstaande foto van het internet niets te zien was! Was me dat een tegenvaller!



In de avond hebben we ons geparkeerd met uitzicht op de stad, het meer en het onweer.



Daarna ging het richting Nelson, dat in de New York Times bestempeld werd als 'the prettiest small town in Canada' en het voert de lijst ‘100 Best Art Towns in America’ aan. Ook zouden er nog heel wat hippies rondlopen. Die hebben we inderdaad gezien, maar erg goed zagen die er niet meer uit. De 'flowers' hadden nog maar weinig 'power'. De wietgeur kwam je wel regelmatig tegemoet. Al bij al waren we niet onder de indruk van het stadje.








Die van het toeristenbureau wist ons ook te vertellen dat er een wandelpad was afgesloten omwille van de nabijheid van een grizzlymama met 2 knuffelbeertjes. Hier in de buurt hebben we dan een overnachtingsplek gezocht, in de hoop dat de familie ons kwam opzoeken, maar we hebben ze helaas niet gezien...
Het volgende dorpje was Kaslo, wat klein maar erg gezellig was, met een erg mooie ligging aan water en besneeuwde bergtoppen.





Van hieruit kan je kiezen hoe je verder reist naar Revelstoke. Of via Nakusp of via een gravelroad van 80 km richting Trout Lake. Wij zijn uiteraard voor de 2e optie gegaan, omdat er hier erg weinig verkeer is en dus meer kans om wildlife te zien. We hadden ons verwacht aan een erg slechte grindweg maar het viel erg goed mee. Onze huisraad zag niet al te veel af. Het was er erg mooi en we hadden een echt safarigevoel, op zoek naar wilde dieren. Helaas viel dat wel wat tegen. Veel meer dan een eendenfamilie zijn we niet tegengekomen.




In Galena Bay kan je het meer oversteken met een gratis ferry, als dat geen service is!


In Revelstoke vond er de jaarlijkse oldtimer autoshow plaats. We zijn geen autofreeks maar hier waren echt pareltjes te bewonderen. 







Vanaf Revelstoke slaan de besneeuwde bergtoppen je om de oren, weken kan je hier rondrijden zonder die uit het oog te verliezen. Je geraakt die zichten niet beu. Hier rijden is geen straf.




We presteren het ook nog altijd om 'wild' te parkeren en hopen op berenbezoek. Eindelijk hebben we prijs, maar de schrikschijter durft niet dichtbij te komen.


In Golden krijgen we in  het toeristeninfocenter erg nuttige uitleg waardoor we onze route aanpassen. Maar eerst nemen we een zetellift de bergen in, op zoek naar een grizzly die er vaak gesignaleerd wordt. En we hebben snel prijs! Wat een beest! Hij geeft in zijn privébad zelfs een hele show weg, al spelend met een stuk stof dat hij ergens gevonden heeft.









Na de berenshow ging het dan richting Fairmont, aangezien ze daar Hoodoos hebben. Je kan er niet naast kijken, ze zijn erg goed zichtbaar vanaf de weg en we hebben ernaast een leuke overnachtingsplek gevonden.




Een andere reden dat we deze kant zijn opgereden zijn de natuurlijke hotsprings van Whiteswan. De streek heeft vele hotsprings maar zijn erg commercieel en lijken eigenlijk op een zwembad. Wij houden van de natuurlijke versie. Je dient er wel 14 km over een niet al te beste grindweg voor over te hebben maar het was het waard. We waren vroeg in de ochtend gegaan om er niet met een massa volk samen te zijn. Gelukkig was het nog erg rustig. De warmwaterbaden liggen naast de rivier. Als het water niet hoog staat dan zijn er 2 baden met verschillende temperaturen. In ons geval stond de rivier hoog en was er slechts 1 te zien, de warmste. Het was echt warm. Zoals een bad waar je nog niet direct inkan omdat het water te warm is, je kent dat wel. Eerst de voetjes erin en dan zo voorzichtig verder. De omgeving maakt het helemaal af.



Na de warme plons ging het terug noordwaarts om bij Radium Hot Springs af te slaan naar Kootenay NP. Eerst kom je voorbij een eigenaardige houtkunstenaar.




En toen werden we bijna zot. Langs de weg stond het vol met paardenbloemen. En dat eten de lieve beertjes graag. Je werd met borden gewaarschuwd dat er beren naast de weg zaten en dat het verboden was om te stoppen, wegens gevaarlijke verkeerssituaties. Je begrijpt dat we door het dak gingen toen we zo een zwart exemplaar tussen de gele bloempjes zagen zitten en we niet mochten stoppen. Maar er stond wel een auto bij en net toen wij ook wilden stoppen kwam er een parkwachter langsgereden zodat we moesten doorrijden. We zijn dan nog teruggedraaid maar toen we er opnieuw passeerden was de vogel (beer) vliegen. Al rijdend heb ik toch een foto kunnen trekken maar focussen was niet mogelijk. Dit had een topfoto geweest kunnen zijn, nu is een hele slechte... Ben er dagen niet goed van geweest....



Gelukkig bleef het landschap mooi en waren er enkele leuke stopplaatsen om de benen te strekken. Eerst hebben we het paint pots trail gedaan. De Paint Pots zijn een groep waterbronnen die rijk zijn aan ijzer. Dit ijzer geeft de aarde rondom de bronnen een donkere rood-oranje kleur. De Paint Pots waren jarenlang een belangrijke bron van gele oker-verfpigment voor de lokale bevolking.






Iets verderop heb je het Marble Canyon Trail. Via een mooi pad langs de rivier en allerlei bruggetjes volg je de wondermooie canyon. Het blauwgroene water baant zich als een wilde slang een weg door de smalle spleten en holen. Rondom heeft een bosbrand ervoor gezorgd dat er nieuwe vegetatie is ontstaan. Volgens de borden langs de wandeling zou dit op langere termijn goed zijn voor het wildleven, aangezien de nieuwe plantjes voor eten zorgen.





Het wildkamperen wordt vanaf nu zo goed als onmogelijk aangezien we nu van het ene naar het andere Nationaal Park reizen maar hier was het toch nog gelukt.

The Rocky mountains (hier alle foto's)
En zo zijn we dan aangekomen bij de wereldberoemde Rockies. Het gebergte beslaat een gebied met een lengte van meer dan 4800 km vanaf New Mexico door de Verenigde Staten naar Canada en Alaska. Tegenwoordig zijn grote stukken van de bergketen beschermd als nationale parken.  Het landschap is overal enorm mooi met besneeuwde bergtoppen, rivieren, meren en veel wildleven.
Vooraleer we naar Banff gaan doen we eerst de populaire Johnston Canyon trail, veel volk dus. Het is een wandeling langs de canyon en watervallen. We zijn doorgelopen naar de 7 koudwaterbronnen van de Ink Pots, die uitkomen in een mooie open ruimte. Bij terugkomst heb je dan zo'n 12km afgelegd. Er waren veel collega's van ons.





 


Op weg naar Banff passeerden we dikhoornschapen. Ze likken aan het gesteente wat zout zou bevatten.




Het Nationaal park van Banff is het oudste natuurpark van Canada. De regering had er in 1885 een kuuroord gemaakt wegens de nabijheid van warmwaterbonnen om zo de aanleg van de spoorweg mede te financieren.



Er bevinden zich ook enkele hoodoos waar we naar zijn afgedaald. De omgeving is er prachtig en het weer was schitterend.






We hebben er nog eens een poging gedaan tot wildkamperen maar 's morgens kwam er een parkwachter op ons deur kloppen met de mededeling dat we naar de camping moesten rijden om daar onze overnachting te betalen, ook al waren we er niet geweest. Anders zouden we een boete krijgen. Wij dus braaf naar daar en door Stef zijn charmes hebben we geen overnachting moeten betalen maar het tijdperk van wildkamperen in een NP was hierbij wel afgelopen. Verder hebben we er nog het meer Winnawanka bezocht.







De volgende stop was Lake Louise, het bekendste meer en ook wel het 'juweel van de Rockies' genoemd. Het is er erg druk, wat heel veel van de charme wegneemt en we waren niet onder de indruk. Vele wandelpaden waren er nog afgesloten door sneeuw, enkel de wandeling naar Lake Agnes was open. Het zonnetje scheen maar het was al laat in de namiddag. Wij toch de tocht naar boven op onze sandalen gedaan, wat niet zo een goede keuze bleek want het laatste stuk lag nog vol met sneeuw. We waren ook teleurgesteld dat je tijdens de toch zware tocht naar boven zo goed als geen zicht hebt op Lake Louis. Lake Agnes bleek nog half bevroren en het theahouse dat er bijligt was al gesloten. En zelfs geen beer tegengekomen! Niet een heel groot succes dus, die wandeling. Toch was het mooi hoor. We hadden gewoon iets anders in gedachten.











In Lake Louis hebben we dan voor de eerste keer een plek op de camping betaald. Lang hebben we er niet gestaan want op 5u zijn we de volgende ochtend opgestaan om goed licht te hebben bij Lake Moraine en de grote kuddes voor te zijn. Voor de zonsopgang waren we net te laat, de echte fanatieke fotografen kwamen al terug, maar het was toch de moeite om vroeg uit ons bed te komen. Dit is mijn favoriete meer. De omgeving en 'de vallei van de tien toppen' zijn prachtig! We hebben er dan ook een fotoshoot gehouden. Zie je de schedel in het meer?



We zijn dan terug naar Lake Louis gereden om de wandeling naar het viewpoint te doen, want de dag ervoor waren we niet voldaan. Helaas was het opnieuw de inspanning niet waard want het bleek vooral een uitzicht op het hotel te geven. Dat komt ervan als je je niet goed informeert. De groene kleur van het water is van bovenaf wel beter zichtbaar.



Omdat er slecht weer voorspeld wilden we zsm richting Jasper gaan. Dit doe je via de Icefields Parkway: een weg van 230 km door het hart van de Rockies. We hebben al wat schone routes gedaan, maar dit vinden we toch de allermooiste route die we ooit gezien hebben. Een eerste verrassing stond ons al te wachten bij het Herbert Lake. Dit meer staat zelfs niet in ons boek vermeld, maar het was ontzettend mooi. Een echte spiegel. Ik kon er foto's blijven nemen. Hier een selectie.




Een ander mooie stopplaats is het Bow Lake, dat nog half bevroren was.





Iets verderop werden we dan weer omvergeblazen door het Peyto Lake. 




Dan passeer je de Mistaya Canyon, een kort maar mooi ommetje van 300m langs een uitgesleten canyon.



En toen was het tijd voor berenfile! Een zwarte beer zat vlak naast de weg, paardenbloemetjes te eten. Onze dag was al super maar kon nu zeker niet meer stuk!


Bij de Sunwapta falls kan je de beentjes nog eens strekken, helaas begon toen het slechte weer en was het zicht niet meer zo mooi.








Iets verderop stond dit exemplaar te poseren.


Van de laatste 100 km tot Jasper had ik geen foto's genomen want het weer werd slechter en slechter en de bergen waren niet meer zichtbaar. Erg jammer. De dag erop regende het nog veel en 's nachts had het zelfs gesneeuwd, iets hoger in de bergen. Op aanraden van Nellie zijn we richting skigebeid Marmot Bassin gereden, want daar worden weleens grizzlies gesignaleerd. Al snel reden we tussen de besneeuwde bomen en achtten we de kans klein om een beer tussen de sneeuw te zien, want daar vinden ze geen eten. Het werd dan maar een namiddagje was doen, naar de supermarkts, spaghettisaus maken en wat internetten in de bibliotheek.



Het weer zag er de volgende dag nog niet veel beter uit, zodat we ons beperkt hebben met een wandeling rond Lake Annette en een wandeling rond de Maligne canyon.





De dag erop waagden we ons aan de Sulfer skyline trail, een wandeling waarbij je op 4,5 km een 800 m dient te stijgen. Pittig dus. We waren nog niet lang onderweg of het begon te regenen. We hebben doorgezet en werden boven beloond met een 360 graden uitzicht. Het was er ijskoud met veel wind dus alle laagjes die we bij hadden werden snel aangedaan.






Terug bij het vertrekpunt hebben we ons verwend in de Miette hotsprings EN op de terugweg met een beer naast de kant!



's Avonds reden we net uit het NP zodat we niet op een camping moesten gaan staan. Geen slechte plek daar. In de avond kwamen er hertjes langs.


Het weer was 's anderendaags wat opgeklaard zodat we eindelijk zagen hoe mooi het wel was rond Jasper. 



 

In de ochtend besloot Stef om zijne nieuwe T-shirt eens aan te doen. Nog in België gekocht, toevallig met een grizzly. 


Het ging richting Mount Robson en wat zat daar langs de weg een show te geven; jawel, een Grizzly! Hij kwam net uit het water dus was nog nat. Mag ik je voorstellen:

De yoga Grizzly

De romantische grizzly

De grizzly met migraine

Mount Robson is er ook eentje om U tegen te zeggen. De lupine op de voorgrond waren een extraatje.

 





Richting Wells Gray komen we opnieuw een beer tegen, Stef zijn shirt blijft magische krachten uitzenden. Die mag hij niet meer uitdoen!




Naar Wells Gray ga je vooral om zijn watervallen. De eerste die je tegenkomt is direct een juweeltje, de Spahats Falls genaamd. 



Onderweg zie je ook allerlei wilde bloemen.


De grootste waterval in het park is de Helmcken Falls, zo'n 137 m hoog. Dubbel zo hoog als bovenstaande maar je hebt niet die indruk omdat je er verder van afstaat. 


Hier hebben we ook besloten om terug richting Jasper te gaan en opnieuw de mooiste weg van de wereld te volgen tot Lake Louis. We hadden namelijk nog wat tijd over, de helft ervan hebben we niet goed kunnen zien door het slechte weer en het zicht is ook helemaal anders als je de andere kant uitrijdt. Voorbij Jasper staan er berggeiten langs de weg, weer zout aan het likken. 



Iets verderop terug prijs met een zwarte beer die bruin is, een grizzly-wannabe. Hij wou oversteken maar is uiteindelijk terug in het struikgewas verdwenen.



Van het uitzicht op de camping konden we niet klagen.




Hier nog wat beelden van onderweg.










Stef zijn T-shirt blijft magische krachten uitzenden, want wat zit er naast de weg te grazen, ja hoor, een grizzly! Hij moet nog veel eten want ziet er maar wat magertjes uit.



Het Bow Lake heeft een metamorfose ondergaan want is niet meer bevroren. 




In Lake Louis willen we nog eens naar Maligne Lake gaan maar onze camper wordt niet toegelaten naar de toegangsweg aangezien de parking helemaal vol zit. Na 17u mogen we het nog eens proberen. Daar hebben we niet veel zin in en rijden we verder naar Yoho NP. Daar bezoeken we de dag erop het Emerald lake.  Eerst passeer je nog een natuurlijke brug, een aangename korte stop. 



Langs de weg zien we dan eindelijk een eland, een prachtig beest dat al de hele trip op ons verlanglijstje stond. Hij is aan het eten en steekt dan op zijn gemak de weg over.



Het Emerald Lake stelt niet teleur. Het meer heeft inderdaad de kleur van smaragd. Je kan er helemaal rondwandelen of halverwege de bergen ingaan, zoals wij gedaan hebben. We hadden wel wat pech want toen we boven kwamen begon het net te regenen dus het zicht was niet goed.





Salmon Arm tot Lilooet (hier alle foto's)
Voor de terugweg naar Vancouver heb je ook verschillende opties. Wij zijn over Salmon Arm gereden. Hier heb je een groot vogelreservaat wat echt wel de moeite waard is. Hier zien we voor de eerste keer ook een Osprey of visarend. 




Onderweg hebben we ook nog het geluk opnieuw van dichtbij de magnifieke witkopzeearend te aanschouwen. Wat een prachtbeest is het toch. We houden meer en meer van vogelen!



Als je Whistler wilt zien is de route via Kalmloops-Cache Creek-Lilooet echt een aanrader. Het is een ruig landschap met vele indianenreservaten. We hebben er overnacht op een uitkijkpunt waarbij je het gevoel hebt dat er elk moment ene Indiaan met pijl en boog je kan komen bezoeken. Gelukkig is dat niet gebeurd. 






Dichter bij Whistler werd het landschap dan weer veel groener en zagen we hertjes grazen in het sappige gras.


Whistler (hier alle foto's)
Whistler is een van de grootste skigebieden in Noord-Amerika en in 2010 vonden hier, samen met Vancouver, de Olympische Winterspelen plaats. Heel veel tijd hadden we niet en het weer zat ook niet mee, dus een rit met de gondola zat er niet in. Deze foto's geven je een idee hoe het dorp eruit ziet. Het is een mooi, modern dorpje.







Vancouver (hier alle foto's)
Vancouver is een moderne metropool met een hoge levensstandaard, een aangenaam gematigd klimaat en alle voorzieningen die je van een hedendaagse moderne stad mag verwachten. Het staat dan ook in de top 3 van meest leefbare steden. En nee, Antwerpen staat daar niet tussen! We hadden daarom hoge verwachtingen. Een camper is er echter niet handig. We werden langs alle kanten gewaarschuwd dat je er niet mee de stad in mag rijden, wegens grote kans dat hij leeggeroofd wordt of erger nog, gestolen wordt. Met veel tegenzin hebben we daarom 2 nachten op een camping gestaan. De eerste dag stond vooral in het teken van street art, ondertussen een welgekende traditie van ons.  Zo ontdek je de stad op een andere manier en kom je vaak in delen van de stad die je normaal niet zou bezoeken. Met de bus gingen we naar Main Street en passeerden we China Town. Vlak daarbij, in de straat East Hastings, werden we met verstomming geslagen. Zo'n hoeveelheid van ellende, armoede en verslaving hebben we nog nooit bij elkaar gezien. Wat waren  we blij dat we in een bus zaten en er niet te voet door moesten. Het is dus zelfs in zo'n droomstad niet allemaal glitter en glamour, dat was nog maar eens duidelijk. 





De laatste dag in Canada hebben we een fiets gehuurd en dat bleek een supermiddel te zijn om de stad te verkennen. We zijn begonnen bij het Stanley Park, het groene hart van Vancouver. Het is ruim 400 ha groot met een dicht regenwoud, moerasland en stranden. Het wordt aan 3 kanten omgeven door de oceaan en er loopt een 10,5 km lang fietspad en wandelpromenade die het hele schiereiland volgt. Het uitzicht op de stad en de bergen is zeker de moeite waard. Onderweg is er vanalles te zien.







Een ander leuk park is Morton Park, vlak aan een strand, waar veertien lachende beelden staan: 'A-maze-ing Laughter'. De bronzen lachebekjes zijn maar liefst drie meter hoog en wegen ruim 250 kilo. De beelden werden ontworpen door Yue Minjun voor de Vancouver International Sculpture Biennale in 2009. 





Verder zijn we nog naar Granville Island gefietst om er de beschilderde silo's te bewonderen van een betonfabriek. Misschien een idee voor Marlux?


Omdat het zo leuk was zijn we nog verder langs het water blijven fietsen en meer en meer begrepen we waarom het zo goed wonen kan zijn in deze stad. 







Hierbij zat ons avontuur in Canada er op. We hebben het super gehad in onze camper, de natuur was prachtig en al dat wildleven vonden we fantastisch. De Canadezen zijn ook heel vriendelijk en erg gastvrij. Wat wil een mens nog meer. Hopelijk hebben jullie met deze blog een beetje mee kunnen genieten. Anders zit er niets anders op dan het allemaal zelf eens te gaan bekijken, niet?